Deeleconomie krijgt een fiscaal- en sociaal-juridisch statuut
Gezien de opgang van de deeleconomie (bijv. online verkoop van (zelf bereide) maaltijden, tweedehandsartikelen, Airbnb, Uber, enz…) en het gebrek aan fiscale omkadering ervan, heeft de regering een nieuw en voordelig fiscaal en sociaal stelsel uitgewerkt voor het verlenen van diensten buiten de professionele context. Het nieuwe systeem is evenwel beperkt in omvang, zowel wat betreft de geviseerde transacties,als de kanalen waarlangs ze tot stand komen.
Bedoeling is deze inkomsten uit de grijze zone te halen en opkomend ondernemerschap een stimulans te geven. Het nieuwe stelsel dient in werking te treden op 1 juli 2016.
Geviseerde transacties
- enkel diensten (geen levering van goederen), bijv. het bereiden van maaltijden die via internet worden verkocht;
- buiten de beroepswerkzaamheid en het normaal beheer van het privé vermogen;
- andere dan de loutere terbeschikkingstelling van roerende of onroerende goederen, die leiden tot respectievelijk roerende en onroerende inkomsten (reden waarom bijv. Airbnb en platformen voor de verhuur van roerende goederen (bijv. particuliere auto’s) niet kwalificeren voor het nieuwe stelsel);
- enkel diensten geleverd aan particuliere personen.
Geviseerde kanalen
Enkel diensten verleend op grond van overeenkomsten tot stand gebracht door tussenkomst van elektronische platformen die ofwel erkend worden of georganiseerd zijn door de overheid. De erkenningsvoorwaarden en erkenningen zelf zullen per koninklijk besluit worden geregeld. De vergoedingen voor de geleverde diensten dienen door of door tussenkomst van deze platformen betaald of toegekend te worden.
Inkomstenbelastingen
De inkomsten gehaald uit voornoemde diensten vormen een nieuwe categorie van ‘diverse inkomsten’, die afzonderlijk belastbaar zijnaan 20%. Door het wettelijk kostenforfait van 50%, komt het reëel tarief uit op 10% van het bruto inkomen. Dit fiscaal stelsel geldt maar in de mate dat de bruto inkomsten van het belastbaar tijdperk (geïndexeerd) 5.000 EUR niet overschrijden. Zoniet worden deze inkomsten als beroepsinkomsten aanzien, tenzij bewijs van het tegendeel.
De belasting zal door de platformen dienen te worden ingehouden op de vergoeding via het systeem van de bedrijfsvoorheffing.
Btw
Onder nagenoeg dezelfde voorwaarden als voor de personenbelasting zullen de dienstverrichters van btw worden vrijgesteld onder het stelsel van de ‘kleine ondernemingen’. Concreet betekent dit dat ze zich in principe niet moeten identificeren voor btw doeleinden (en zich ook niet moeten laten inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen) en ook geen btw dienen aan te rekenen op hun diensten, noch periodieke aangiften te doen. Keerzijde van de medaille is dat zij ook geen recht op btw aftrek hebben.
Sociale bijdragen
Onder dezelfde voorwaarden als voor directe belastingen zijn de dienstverleners die per jaar niet meer dan 5.000 EUR bruto verdienen niet onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen. Niettemin gaat 25% van de directe belasting geheven op deze inkomsten naar het globaal financieel beheer in het statuut der zelfstandigen.
Wenst u over dit alles meer te weten, neem dan contact op met Marc De Munter, Tax Partner of uw dossierverantwoordelijke.
