Franchise in de sector van de voedingswinkels? Uitbreiding lijst met verboden contractuele clausules vanaf 1 januari 2025

Vakartikels

Bent u franchisegever in de sector van de voedingswinkels? Of baat u als zelfstandige ondernemer een voedingswinkel uit in het kader van een franchise? Kijk dan goed uw overeenkomst na! De lijst met verboden contractuele clausules werd namelijk aangevuld en kan een grote impact hebben op uw overeenkomst(en). Bij de nieuwe verboden clausules gaat het onder andere om bepaalde afspraken rond de bevoorrading bij derden, de kosten van promotieacties, de waardering van het handelsfonds bij de aankoopoptie,… Wat moet u hierover weten?

Voor wie is dit belangrijk?

Het doel van de nieuwe regels is zelfstandige uitbaters van voedingswinkels beschermen tegen onrechtmatige clausules in hun overeenkomsten met de voedingsdistributieketens. Concreet zijn de nieuwe regels van toepassing op commerciële samenwerkingsovereenkomsten gesloten tussen een onderneming en een andere onderneming die actief is in de sector van de detailhandel in niet-gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en genotsmiddelen overheersen (NACE-code 47.11).

Let wel: deze nieuwe regels zijn van toepassing op “commerciële samenwerkingsovereenkomsten”, wat ruimer is dan franchiseovereenkomsten. Aangezien de regels echter voornamelijk van belang zijn voor franchiseovereenkomsten, focussen we in dit artikel op deze overeenkomsten.

Neem uw overeenkomst grondig onder de loep om na te gaan of ze in overeenstemming is met de nieuwe regels.

Wat wijzigt er?

De wet voorziet twee lijsten met verboden clausules: een zwarte lijst met clausules die in alle omstandigheden verboden zijn, en een grijze lijst met clausules die vermoed worden onrechtmatig te zijn tenzij het tegendeel wordt bewezen. Beide lijsten worden aangevuld.

Wanneer uw contract toch zo’n verboden clausule bevat, is deze bepaling ongeldig en kan ze niet worden toegepast.

Nieuwe clausules op de zwarte lijst

De zwarte lijst wordt aangevuld met 4 nieuwe verboden clausules:

1. Het verbod opgelegd aan de franchisenemer om een schadevergoeding te vragen, of om zich bij derden te bevoorraden (of dit recht ongepast beperken) als de franchisegever haar leveringsverplichting (voor goederen en diensten) niet of gebrekkig naleeft.

Soms kunnen franchisegevers hun leveringsverplichting niet nakomen ten aanzien van hun franchisenemers, bijvoorbeeld door veelvuldige stakingen, verandering van logistieke partner, problemen bij de distributiecentra,… Het wordt echter verboden om in het contract te bepalen dat een franchisenemer zich in dat geval niet kan bevoorraden bij een derde leverancier, of dit zeer moeilijk te maken.

Daarnaast kunnen franchiseovereenkomsten ook clausules bevatten die bepalen dat de leveringsverbintenis slechts indicatief is (of een middelenverbintenis betreft), zodat de franchisegever hier moeilijk voor kan aangesproken worden. Ook deze clausule wordt als onrechtmatig beschouwd. 

2. Het recht beperken van de franchisenemer om te onderhandelen met derden om een nieuwe activiteit te ontwikkelen tijdens de opzegtermijn of de termijn van een niet-concurrentiebeding.

Op voorwaarde dat de franchisenemer het bedrijfsgeheim verbonden aan de franchiseovereenkomst respecteert, moet het op basis van de nieuwe regels voor franchisenemers mogelijk zijn om onderhandelingen aan te vatten met andere ondernemingen of voorbereidingen te treffen om een nieuwe activiteit op te starten tijdens de opzegtermijn of de termijn van het niet-concurrentiebeding.

Rekening houdend met de ruime formulering van dit verbod, kan dit geïnterpreteerd worden in de zin dat dit zowel geldt voor nieuwe activiteiten als voor identieke of gelijkaardige activiteiten aan die van de franchisegever, ongeacht hoe de franchiseovereenkomst beëindigd werd (bijvoorbeeld niet-hernieuwing, beëindiging door de franchisegever - op basis van een grove wanprestatie - dan wel door de franchisenemer zelf) (!).

3. De franchisenemer meer dan de helft van de kosten laten dragen die voortvloeien uit promotieacties.

Het gaat hier om kosten die voortvloeien uit de “verwezenlijking en de uitvoering” van promotieacties. De wetgever geeft echter zeer weinig toelichting bij dit belangrijke verbod. Het is namelijk onduidelijk of het gaat om de kosten van de promotieactie zelf of ook om de onrechtstreekse” kosten, onder de vorm van de korting op het product dat in promotie is.

Het is daarnaast onduidelijk hoe dit verbod geïnterpreteerd moet worden als in de franchiseovereenkomst voorzien wordt dat de franchisenemer periodiek een bepaald percentage van zijn omzet moet betalen aan de franchisegever voor promotieacties.

4. Enkel de rechter van de zetel van de franchisegever en/of de rechter wiens zetel zich bevindt in een ander taalgebied dan die van de franchisenemer bevoegd maken.
 

Nieuwe clausules op de grijze lijst

De grijze lijst wordt aangevuld met drie nieuwe clausules:

1. Optie- of voorkooprechten met betrekking tot het handelsfonds of de aandelen, die een “kennelijk onredelijke” prijs bepalen ten opzichte van een “normale waardering” van het handelsfonds of de aandelen.

De wet verbiedt dergelijke clausule als de franchisenemer een prijs zal moeten aanvaarden voor de overdracht die duidelijk lager is dan de waarde van het handelsfonds of de aandelen op de markt. Deze bepaling zal ongetwijfeld leiden tot praktische discussies.

2. De (combinatie van) clausules die ertoe leiden dat de franchisenemer verplicht wordt tot uitbating van een structureel verlieslatende onderneming, zonder te voorzien in een opzegtermijn van maximaal vier maanden, zonder bijkomende vergoeding.

3. Uitdrukkelijk ontbindende bedingen

Dit zijn bedingen die de franchisegever toelaten om zelf onmiddellijk of binnen een korte termijn het contract te beëindigen, zonder dat dit voor een rechter moet komen. Dit is meestal het geval wanneer de franchisenemer een ernstige wanprestatie begaat die de reputatie van het netwerk schaadt. De nieuwe bepaling leidt er dus toe dat de franchisegever de overeenkomst telkens zal moeten laten ontbinden door de rechter.

Vanaf 1 januari 2025 worden verschillende contractuele clausules in franchiseovereenkomsten voor supermarkten verboden.

Vanaf wanneer gelden de nieuwe regels?

De nieuwe bepalingen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2025 voor franchiseovereenkomsten gesloten, hernieuwd of gewijzigd na die datum. Vanaf 1 mei 2025 moeten alle andere franchiseovereenkomsten in overeenstemming gebracht worden met de nieuwe regels.

De essentie

  • Vanaf 1 januari 2025 worden verschillende contractuele clausules in franchiseovereenkomsten voor supermarkten verboden.
  • De impact van de nieuwe regels is groot, aangezien het om vaak voorkomende clausules gaat.
  • Kijk uw overeenkomst dus goed na of laat ze nakijken door een expert van Baker Tilly.

Auteur

Lynn Jonckheere, Legal Counsel
l.jonckheere@bakertilly.be