Kijkt de fiscus mee in het UBO-register?

Vakartikels

Op 6 oktober jl. verscheen in het Belgisch Staatsblad de nieuwe anti-witwaswet, voluit de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten. De wet, die de vierde Anti-witwasrichtlijn omzet in Belgisch recht, trad op 18 oktober 2017 in werking.

geld witwassen

UBO-register

Eén van de blikvangers van de nieuwe wet is de oprichting binnen de Administratie van de Thesaurie van de FOD Financiën van een centraal register van uiteindelijke begunstigden, kortweg ‘UBO-register’ genaamd. Bedoeling is toereikende, accurate en actuele informatie te verzamelen over de uiteindelijke begunstigden van (i) in België opgerichte vennootschappen, (ii) trusts, (iii) stichtingen en (internationale) verenigingen zonder winstoogmerk en (iv) van juridische entiteiten die vergelijkbaar zijn met fiducieën of trusts. Als ‘uiteindelijk begunstigde’ geldt de natuurlijke persoon (of personen) die de uiteindelijke eigenaar is (of zijn) van, of zeggenschap heeft (of hebben) over de cliënt, de lasthebber van de cliënt of de begunstigde van levensverzekeringsovereenkomsten en/of de natuurlijke persoon (of personen) voor wiens (of wier) rekening een verrichting wordt uitgevoerd of een zakelijke relatie wordt aangegaan. Specifiek voor Belgische vennootschappen gaat het om de natuurlijke persoon (of personen) die rechtstreeks of onrechtstreeks een ‘toereikend’ percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang in de vennootschap houdt (of houden), met inbegrip van het houden van aandelen aan toonder.

Een belang van meer dan 25% van de stemrechten of van de kapitaalsaandelen geldt als indicatie van een toereikend percentage. Verder komen ook natuurlijke personen die zeggenschap hebben over de vennootschap via andere middelen en (natuurlijke) personen die behoren tot het hoger leidinggevend personeel in aanmerking, doch deze laatste categorie enkel als er geen andere uiteindelijke begunstigden worden geïdentificeerd of in geval van twijfel over het statuut als uiteindelijk begunstigde van de geïdentificeerde personen.

Kan de fiscus het UBO-register consulteren?

Het feit dat het UBO-register zich bij de FOD Financiën situeert, laat in principe niet toe dat de fiscale administratie dit register vrijelijk zou kunnen consulteren met het oog op belastingheffing en -controles. Luidens de memorie van toelichting bij de nieuwe anti-witwaswet zullen de fiscale diensten in het kader van deze wet het UBO-register enkel kunnen raadplegen voor de doeleinden van deze wet, namelijk het voorkomen van witwassen van geld en de strijd tegen de financiering van terrorisme. 

Deze finaliteit inzake raadpleging van het register geldt volgens de memorie trouwens ook in het algemeen ten aanzien van alle andere gerechtigde raadplegers. De verdere details betreffende de toegang en de aanwending van de gegevens in het UBO-register moeten trouwens nog uitgewerkt worden in een koninklijk besluit dat in de komende maanden te verwachten valt. 

Anderzijds valt in het recent ontwerp van Programmawet nu wel te lezen dat de fiscale administratie, wat een bepaalde belastingplichtige betreft, het UBO-register mag “raadplegen teneinde de juiste heffing van de belasting te verzekeren”. Dit gaat uiteraard veel verder dan het voorkomen van witwassen en de strijd tegen terrorismefinanciering. Bovendien zal België de buitenlandse belastingautoriteiten op verzoek de gegevens bezorgen die worden gehouden in het Belgisch UBO-register. Het ontwerp specifieert niet wat de doelstelling van het buitenlands verzoek moet zijn, dus ook hier zou het kunnen gaan om het verzekeren van de juiste belastingheffing in de verzoekende staat.

In de memorie van toelichting bij het ontwerp van Programmawet, zoals neergelegd in de Kamer, wordt met geen woord gerept over deze bepaling. In de pers heeft de Minister van Financiën gesteld dat het niet de bedoeling zou zijn dat alle fiscale ambtenaren vrij zouden kunnen rondneuzen in het UBO-register. Alleen “hoge belastingambtenaren” zouden het UBO-register kunnen raadplegen. Bovendien zouden de concrete modaliteiten nog per koninklijk besluit moeten uitgewerkt worden. 

Vraag is dan ook of de fiscus van haar inzagerecht gebruik gaat maken om uit te zoeken wie welke aandelen aanhoudt om alsdus een zicht te krijgen op het vermogen van bepaalde belastingplichtigen, dan wel of het enkel in geval van vermoedens of aanwijzingen van (al dan niet georganiseerde) ernstige fiscale fraude is (als deel van het witwasconcept) dat de fiscus inzage zal nemen. In het licht van de doelstelling van het UBO-register (zoals verwoord in de memorie van toelichting bij de anti-witwaswet) zou men verwachten dat inzage enkel mogelijk is ter bestrijding van het misdrijf van ernstige fiscale fraude.

Voor vragen kunt u terecht bij onze Consulting-afdeling.