Licht op groen voor een nieuw en modern vennootschaps-en verenigingsrecht

Vakartikels

Op 20 juli 2017 werd het voorontwerp van wet tot invoering van een nieuw Wetboek van vennootschappen en verenigingen door de Ministerraad goedgekeurd.

Hiermee komt een proces dat in 2010 gestart is, eindelijk in een eindfase. De verwachtingen zijn dat het wetgevend parcours achter de rug is tegen het einde van dit jaar. U hoeft zich niet ongerust te maken dat u meteen naar de notaris moet. Volgens Minister Geens wordt voorzien in een zeer lange overgangsperiode. 

De nieuwe wetgeving beoogt een doorgedreven vereenvoudiging, flexibilisering en modernisering van het bestaande recht. Er was een noodzaak in België om opnieuw te zorgen voor competitiviteit op vennootschapsrechtelijk vlak.

Baker Tilly

Dit overzicht werd samengesteld op basis van de op dit ogenblik beschikbare informatie. Het voorontwerp moet nog door de advisering van de Raad van State en het parlement. Wijzigingen zijn dus zeker mogelijk. Toch alvast een voorproefje van de belangrijkste verwachte nieuwigheden voor KMO’s. 

1. De BV zal voortaan fungeren als de “basis”-vennootschapsvorm voor KMO’s.

De BVBA-regelgeving zal grondig hervormd worden naar Nederlands model en zeer flexibel worden. Voor de oprichting van een BV zal niet langer een minimumkapitaal vereist zijn (maar wel met “begeleidende maatregelen” bv. ter bescherming van schuldeisers). Uitkeringen zullen onderworpen worden aan een balanstest én een liquiditeitstest. Het stemrecht kan flexibeler worden ingevuld en meervoudig stemrecht wordt mogelijk.

Voor de oprichting van een BV zal niet langer een minimumkapitaal vereist zijn (maar wel met “begeleidende maatregelen” bv. ter bescherming van schuldeisers). Uitkeringen zullen onderworpen worden aan een balanstest én een liquiditeitstest. Het stemrecht kan flexibeler worden ingevuld en meervoudig stemrecht wordt mogelijk.

De scherpe kantjes van het ‘besloten’ karakter van de BVBA worden afgevijld: afwijken van de bestaande beperkingen die gelden voor de overdracht van aandelen wordt mogelijk; uitstappen uit een BV als vennoot met uitbetaling door de vennootschap zelf, kan georganiseerd worden. Converteerbare obligaties en warrants uitgeven zou mogelijk worden.
Het bestuur kan flexibel georganiseerd worden. 

2. Het aantal Belgische vennootschapsvormen wordt beperkt tot vier: Maatschap, BV, CV, en NV.

De overige vennootschapsvormen zullen (geleidelijk) aan verdwijnen.Deze worden gezien als varianten van de 4 overblijvende vennootschapsvormen, die door de flexibilisering hun rol kunnen spelen als vervanger van de bestaande vormen. De maatschap zal de “personenvennootschap” worden, die rechtspersoonlijkheid zal kunnen krijgen, ter vervanging van de huidige maatschap, VOF, Comm.V, de tijdelijke en de stille vennootschap.

Bij de CV wordt het coöperatief gedachtegoed wettelijk verankerd. De vennoten hebben een leveranciers- of klantenrelatie met de vennootschap en een deel van de winst wordt uitgekeerd via ristorno’s. Voor het overige zal de CV verder aansluiten bij de BV. Dit gaat terug naar de oorsprong van de CV. Wij verwachten wel dat de doelstelling waarom KMO’s op dit ogenblik deze vorm hebben gekozen, gerealiseerd zal kunnen worden met één van de andere vennootschapsvormen. De NV wordt de “basis”-vennootschapsvorm voor grote ondernemingen en de enig mogelijke vorm voor beursgenoteerde vennootschappen.

Ook NV wordt flexibeler. De (niet-genoteerde) NV zal kunnen bestaan met slechts één aandeelhouder en één bestuurder. Deze bestuurder zal bovendien – indien gewenst – kunnen genieten van een ontslagbescherming waardoor een einde zal komen aan het principe van de “afzetbaarheid ad nutum”. Het begrip ‘dagelijks bestuur’ zou ruimer worden (komt er dan toch eindelijk een einde aan de onzekerheid over hoe ver dit dagelijks bestuur gaat?) maar het orgaan van het ‘dagelijks bestuur’ wordt afgeschaft. Het stemrecht kan flexibeler worden ingevuld en dubbel/meervoudig stemrecht wordt mogelijk.

Het Europees economisch samenwerkingsverband (EESV), de Europese vennootschap (SE) en de Europese coöperatieve vennootschap (SCE) zullen blijven bestaan, omdat dit vormen zijn die onder Europese regelgeving zijn ontstaan en niet zomaar op Belgisch niveau teruggedraaid kunnen worden of vervangen worden door één van de andere overblijvende Belgische vormen.

3. Het onderscheid tussen 'burgerlijke'- en 'handels'- vennootschap verdwijnt. 

Dit onderscheid was enkel nog historisch te verklaren en in vele gevallen leidde dit principe in een moderne economische omgeving tot verwarring en onzekerheid.De afschaffing van dit onderscheid heeft onder meer gevolgen op het vlak van de insolventiewetgeving die op alle ondernemingen van toepassing zal zijn.

Voor de VZW’s leidt dit tot opheffing van het verbod om economische, winstgevende, activiteiten uit te oefenen als hoofdactiviteit. Het bijkomstig karakter van de uitoefening van winstgevende activiteiten is niet langer het onderscheidingscriterium tussen VZW’s en vennootschappen.

Deze wijziging zal veel twistpunten die er nu zijn, over welke activiteit het belangrijkste is bij een VZW, vermijden. Het nieuwe criterium om het onderscheid te maken zal zijn: al dan niet de mogelijkheid tot winstuitkering.In VZW’s blijft een formeel verbod m.b.t. uitkering naar de leden gelden.

4. Integratie van het verenigingsrecht in één Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

De regelgeving van toepassing op verenigingen met rechtspersoonlijkheid – VZW, stichting,…. – wordt verwerkt in het Wetboek van vennootschappen. De VZW wordt de “basis” rechtsvorm voor de verenigingen met rechtspersoonlijkheid en ook de feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid krijgen een wettelijke basis.

Deze nieuwigheden geven al een eerste indicatie van de bepalingen die het nieuwe Wetboek van vennootschappen én verenigingen zal bevatten. 
We hebben nog een aantal wijzigingen onbesproken gelaten (bv. partiële splitsing zal afzonderlijk wettelijk geregeld worden en inkoop van eigen aandelen zou vereenvoudigd worden). Dit zou ons te ver hebben geleid in technisch-juridische beschouwingen.

Bestaande ondernemingen/VZW’s,… wachten best af tot de nieuwe wetgeving gepubliceerd is en kunnen dan nadenken of ze al iets willen veranderen. Het “moeten” veranderen verwachten we zeker niet op korte, zelfs niet op middellange termijn.

Bij de opstart van nieuwe entiteiten kan het nuttig zijn om het voormelde reeds in het achterhoofd te houden. Een nieuwe CVBA oprichten die niet zal (kunnen) voldoen aan de “coöperatieve geest” is misschien niet de beste keuze meer, maar het zal nog altijd kunnen zolang de nieuwe wetgeving niet in voege is en ze zal waarschijnlijk nog een hele tijd kunnen functioneren onder het huidige regime. Baker Tilly Belgium volgt de evolutie nauwgezet op. 

Wordt vervolgd… 

Voor verdere informatie, kan u steeds contact opnemen met Anne Roucourt (Legal Partner) of Liesbeth Gordts van de legal afdeling.