Verplichte aanrekening btw op bestuurdersvergoedingen (opnieuw) uitgesteld tot 1 juni ‘16 : plan tijdig!

Rechtspersonen die als bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar van een vennootschap optreden hebben binnenkort niet langer de keuze om al dan niet btw aan te rekenen op hun vergoeding. Met het verdwijnen van deze keuzemogelijkheid zullen dergelijke rechtspersonen verplicht btw moeten aanrekenen.

Voor ondernemingen en vennootschappen met weinig of geen recht op btw-aftrek (bv. banken, verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen, patrimoniumvennootschappen) wordt dit alvast een uitdaging. Het betekent immers in veel gevallen een aanzienlijke meerkost. Tijdig plannen en het analyseren van alternatieven (bv. de btw-eenheid) zijn in deze geen overbodige luxe.

Initieel was het de bedoeling deze regeling reeds begin 2015 in te voeren, maar door praktische moeilijkheden en de nodige druk uit het bedrijfsleven werd aanvankelijk besloten om dit met één jaar uit te stellen tot 1 januari 2016 om het vervolgens nogmaals uit te stellen naar 1 april 2016.

Rekening houdend met de talrijke vragen die de administratie ontving en met de tijd die de betrokken personen nodig hebben om deze wijzigingen in de praktijk te brengen, heeft de minister van financiën besloten om de datum van inwerkingtreding opnieuw uit te stellen, dit keer naar 1 juni 2016.

Deze bijkomende termijn vergemakkelijkt volgens de administratie de indiening van aanvragen tot vorming van een btw-eenheid. Wat dat betreft zullen de betrokkenen de aanvraag voor een btw-eenheid mogen indienen voordat de bestuurder-rechtspersoon btw-belastingplichtige wordt. Er dient bijgevolg niet te worden gewacht tot 1 juni 2016 om deze aanvraag in te dienen.
Voor natuurlijke personen die als bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar van een vennootschap optreden, verandert er niets.

Zij blijven nog steeds als niet-belastingplichtige aangemerkt. 

Wenst u over dit alles meer te weten, neem dan contact op met Wim De Pelsmaeker, VAT Partner, of uw dossierverantwoordelijke.