Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat

Vakartikels

Ondernemingen in de sectoren die ‘werken in onroerende staat’ verrichten, kunnen een vrijstelling genieten van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

Situering

Sinds 1 januari 2018 geldt een regeling dat, voor ploegenarbeid in de sectoren die ‘werken in onroerende staat’ verrichten, een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing mogelijk is. 

Wegens praktische en interpretatieve onduidelijkheden was een wetswijziging nodig. In het voorjaar van 2019 keurde het federale parlement de noodzakelijke aanpassingen goed, zodat de vrijstelling praktisch toegepast kon worden. Voor 2018 kan een vrijstelling gevraagd worden via het indienen van een bezwaar/ambtshalve ontheffing bij de belastingadministratie. Voor inkomstenjaar 2019 kan dit nog via een verbeterde aangifte bedrijfsvoorheffing.

Voor welke ondernemingen is deze maatregel bestemd?

Deze lastenverlaging geldt voor alle ondernemingen die actief zijn in sectoren die ‘werken in onroerende staat’ verrichten en werknemers in ploegenarbeid tewerkstellen. Niet enkel de bouwsector, maar ook aanverwante sectoren kunnen van deze maatregel gebruik maken. We sommen hierna enkele voorbeelden op, maar hou er rekening mee dat dit overzicht niet exhaustief is.

Enerzijds betreft het de handelingen die zowel de levering van een roerend goed als de aanhechting aan een gebouw tot voorwerp hebben. Voorbeelden hiervan zijn de installatie van centrale verwarming, airconditioning, sanitaire installaties, elektrische installaties, belinstallaties, brandalarmtoestellen, opbergkasten met een ingebouwde gootsteen, rolluiken, enz.

Anderzijds komen ondernemingen in aanmerking die deze bestanddelen aanhechten, plaatsen, herstellen, onderhouden en/of reinigen.

Ploegenarbeid geldt als cruciale voorwaarde, aangevuld met enkele extra criteria.

Ploegenarbeid = cruciale voorwaarde

Als werkgever kunt u enkel genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing als uw personeel het hierboven vermelde werk uitvoert in een ploeg van minimum twee personen. Als bijkomende voorwaarden geldt dat het werk verricht wordt op locatie (de werf).

Overzicht andere voorwaarden

Bij het principe van ploegenarbeid is het belangrijk om rekening te houden met de volgende extra criteria waaraan de ploeg moet voldoen (om te kunnen genieten van de vrijstelling):

  • er geldt geen verplichting dat het om opeenvolgende ploegen gaat;
  • elke werknemer van de ploeg ontvangt een minimum bruto-uurloon van 13,99 EUR (in 2018 bedroeg dit uurtarief 13,75 EUR) of een ploegenpremie. De studenten en leerlingen die deel uitmaken van de ploeg dienen niet te voldoen aan dit minimumloon.

Daarnaast moet u per maand en per individu nakijken of er een tewerkstelling geldt van minstens 1/3e van de tijd in ploegenarbeid op de werf. De vrijstelling wordt enkel toegekend voor de leden van de ploeg die aan deze voorwaarde voldoen.

Wat levert deze lastenverlaging op?

Het gaat om een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, van toepassing op normale bezoldigingen (en eventuele ploegenpremie). Deze vrijstelling is niet van toepassing op de 13e maand of op vakantiegeld.

Voor inkomstenjaar 2018 bedroeg de vrijstelling 3%. Dit jaar bedraagt dit 6%. Vanaf 1 januari 2020 stijgt deze vrijstelling naar 18%.

Komt uw onderneming in aanmerking voor deze vrijstelling?

Wilt u als werkgever geen opportuniteit missen? Graag analyseren wij samen met u of uw onderneming in aanmerking komt voor deze lastenverlaging en zo ja, hoe u de nodige bewijsstukken voor de belastingadministratie moet (laten) opmaken. 

Meer weten?

Als klant van Baker Tilly kunt u contact opnemen met Audrey De Bevere, Tax Manager, of Lieven Nissens, HR Consultancy Director, of uw dossierverantwoordelijke.
Nog geen klant? Contacteer ons voor een vrijblijvend gesprek.