Modernisering van de btw-ketting vanaf 1 januari 2025

De wet van 12 maart 2023 voorziet in een modernisering van de periodieke btw-aangiften en vereenvoudiging van de btw-schulden, voor zowel de administratie als de belastingplichtigen.

Initieel wou de wetgever in ons land deze nieuwe regels vanaf 2024 laten ingaan. In extremis werd dit echter met een jaar uitgesteld. Voor de uitvoering was nog een koninklijk besluit nodig. Dit besluit werd recent gepubliceerd (KB van 29 september 2024 wat betreft de modernisering van de btw-ketting).

De btw-wijzigingen hebben voornamelijk als doel de verwerking van de periodieke btw-aangiften te moderniseren en de negatieve gevolgen van de niet-indiening van btw-aangiftes sneller aan te pakken. Momenteel is er een kloof van 12% tussen de geschatte btw-ontvangsten en de daadwerkelijk ontvangen btw-inkomsten. De nieuwe wet wil deze kloof verkleinen.

De niet- of laattijdige indiening van de btw-aangifte zal voortaan automatisch worden bestraft. Na een termijn van drie maanden volgend op de aangifteperiode ontvangt de belastingplichtige van de btw-administratie een ‘voorstel van vervangende aangifte.’ In de vervangende aangifte baseert de administratie het verschuldigde bedrag op het hoogste bedrag van de betaalpositie in de afgelopen 12 maanden, met een minimum van 2.100 EUR. Zodra de belastingplichtige de vervangende aangifte heeft ontvangen, heeft hij één maand tijd om de laattijdige btw-aangifte in te dienen. Gebeurt dit niet binnen deze termijn, dan beschouwt de administratie de vervangende aangifte als definitieve aangifte.

Vanaf 1 januari 2025 wordt de indieningstermijn voor kwartaalaangevers verlengd met 5 dagen. Zij zullen voortaan hun btw-aangifte uiterlijk op de 25ste dag van de maand volgend op elk kalenderkwartaal moeten indienen.

Als tegenprestatie voor de verlengde indieningstermijn zal een laattijdige indiening vanaf 2025 onmiddellijk en zonder enige administratieve tolerantie worden bestraft.

Ook voor het aanbrengen van correcties aan al ingediende btw-aangiften voert de wetgever nieuwe regels in.

Momenteel kan een belastingplichtige een vorige periodieke btw-aangifte van enkele maanden opnieuw annuleren en vervangen door een nieuwe periodieke aangifte. Dit zal niet meer mogelijk zijn..

Via de nieuwe regeling kunt u correcties aanbrengen in een nieuwe aangifte die de vorige annuleert en vervangt, enkel op voorwaarde echter dat deze nieuwe aangifte wordt ingediend vóór de uiterste indieningsdatum van de aangifte voor dat aangiftetijdvak. Gebeurt dit niet tijdig, dan moet de fout gecorrigeerd worden in de aangiftevakken van de aangifte van het eerstvolgende tijdvak.

Als maand- of kwartaalaangever kan een belastingplichtige zijn btw-krediet vier keer per jaar terugvragen. Maandaangevers kunnen hun btw-krediet ook maandelijks terugvragen, mits ze beschikken over een speciale vergunning. Vanaf 2025 verdwijnt deze vergunning, waardoor maandaangevers automatisch hun btw-tegoed maandelijks zullen kunnen terugvragen.

Daarnaast zal het slechts mogelijk zijn om teruggaaf te vragen voor de btw-tegoeden die betrekking hebben op de lopende aangifteperiode. De periodieke btw-aangiftes moeten bovendien tijdig ingediend zijn in de afgelopen zes maanden, en het betreffende btw-tegoed moet minimaal 50 EUR bedragen. Wanneer een belastingplichtige de teruggaaf van btw-tegoeden wenst voor aangifteperiodes uit het verleden, moet dit via een afzonderlijk verzoek gebeuren.

De nieuwe regeling bevat ook enkele praktische wijzigingen. Zo wordt het vanaf 2025 mogelijk om btw-schulden te betalen via domiciliering. Dit moet nog praktisch uitgewerkt worden.

Daarnaast wordt de rekening-courant afgeschaft en vervangen door een provisierekening btw, waarvan het beheer online moet gebeuren op MyMinfin. Deze provisierekening moet de betaling van btw-schulden vergemakkelijken voor belastingplichtigen, inclusief het toewijzen van btw-kredieten aan specifieke schulden en het aanvragen van btw-kredieten.

Verder wordt een wettelijke antwoordtermijn vastgelegd bij een verzoek om inlichtingen. Deze zal één maand bedragen, te rekenen vanaf de derde werkdag na de verzenddatum. Het is wel mogelijk de termijn van één maand om gegronde redenen te verlengen. Let wel: wanneer de rechten van de Schatkist in gevaar zijn of als het verzoek deel uitmaakt van een controle met betrekking tot een overschot aan btw-teruggave, bedraagt de antwoordtermijn slechts tien dagen.