Pillar II: wetsontwerp bevat verduidelijkingen voor minimumbelasting

Eind 2023 werden de Pillar II-regels in de Belgische fiscale wetgeving geïmplementeerd. Deze regels voorzien de invoering van een minimumbelasting van 15% voor grote internationale en binnenlandse groepen die een geconsolideerde omzet van 750 miljoen euro of meer behalen. Voor een uitgebreide bespreking van deze maatregel verwijzen wij u naar ons artikel België voert minimumbelasting van 15% in voor omvangrijke ondernemingsgroepen (Pillar 2).

In de loop van 2024 moesten entiteiten die onderdeel zijn van een ondernemingsgroep met een geconsolideerde omzet van 750 miljoen euro of meer gedurende ten minste twee van de vier voorafgaande verslagjaren, een Pillar II-notificatieformulier indienen via het MyMinfin-platform.

Deze notificatieplicht houdt in dat één Belgische groepsentiteit, in naam van alle andere Belgische groepsentiteiten (indien van toepassing), zich aanmeldt bij de FOD Financiën om een afzonderlijk ondernemingsnummer voor Pillar II-doeleinden te bekomen voor de groep bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO). Daarnaast moet in de Pillar II-notificatie onder meer ook melding gemaakt worden van alle uiteindelijke/tussenliggende/partieel gehouden moederentiteiten, samen met gegevens uit de geconsolideerde jaarrekening.

Al bij de eerste toepassing van de Pillar II-notificatieplicht werd duidelijk dat de van toepassing zijnde wettekst enkele onduidelijkheden en leemtes bevat. Om aan deze tekortkoming tegemoet te komen, werd een wetsontwerp neergelegd in het federale parlement dat technische verduidelijkingen en correcties bevat.

Het gaat om de volgende wijzigingen:

• Verplichting om het elektronisch platform van de belastingadministratie te gebruiken voor alle communicatie met betrekking tot Pillar II-compliance in België.
• Verduidelijking van een aantal begrippen:
  • Groep en joint venture: aanpassing naar de definitie zoals opgenomen in de OESO GloBE-regels, om te verduidelijken dat een joint venture initieel niet als een groepsentiteit wordt beschouwd; maar als een aparte categorie.
  • Indienende groepsentiteit: uitbreiding van de definitie, zodat joint ventures ook als indienende groepsentitieit kunnen worden aangemerkt wanneer ze binnen het toepassingsgebied van de Pillar II-wetgeving vallen.
• Belastingplichtige van de binnenlandse bijheffing: uitbreiding van de definitie om ook joint ventures en daarmee gelinkte partijen die in België zijn gevestigd toe te voegen.
• Verduidelijking van de wijze van inkohiering van de Pillar II-aangiftes.
• Onderzoeks- en aanslagtermijnen worden teruggebracht van 10 naar 6 jaar, behalve bij fraude.
• Aanduiding van een algemeen vertegenwoordiger:
  • Een specifieke Belgische groepsentiteit moet worden verkozen als vertegenwoordiger van de groep naar de belastingadministratie toe. Deze entiteit zal mogen handelen voor alle verplichtingen verbonden aan de Belgische Pillar II-regels.
  • Wanneer geen keuze wordt gemaakt, zal de belastingadministratie de entiteit die de belastingaangifte of het informatierapport indient, als vertegenwoordiger aanduiden.
• Correcties van enkele kleine fouten in de omzetting van de Europese Pillar II-Richtlijn.

Enkele belangrijke zaken worden echter niet besproken in dit wetsontwerp.

Zo is er nog altijd onduidelijkheid over de template die moet gebruikt worden voor de QDMTT-aangifte. Belgische groepsentiteiten die een QDMTT-aangifte moeten indienen voor 30 november 2025, blijven in het ongewisse over de op te nemen informatie en de praktische indieningsmodaliteiten van de aangifte.

Daarnaast is nog steeds geen sprake van uitstel van de indieningsdeadline van 30 november 2025.

Op het moment van publicatie van dit artikel, vermeldt de website van de FOD Financiën nog geen info over de vooropgestelde wijzigingen in het wetsontwerp.