Nieuwe fiscale spelregels: Programmawet is een feit

Op 10 juli werd gepubliceerd dat (slechts een deel van) de artikelen van de Programmawet werden aangenomen in plenaire vergadering, wellicht aangezien nagenoeg gelijktijdig ook een amendement werd ingediend. Ondertussen heeft de Kamer op 17 juli finaal de langverwachte Programmawet in haar geheel aanvaard en bevestigd dat de tekst volledig overeenstemt met de eerdere tekst van 10 juli. Het merendeel van de fiscale wetswijzigingen treedt in werking bij publicatie in het Belgische Staatsblad, wat de komende dagen wordt verwacht. Hieronder staan wij stil bij de belangrijkste fiscale wijzigingen.

18/07/2025

|

|

5,4 min read

Harmonisatie liquidatiereserves en VVPR-bis dividenden

De verlaagde tarieven voor dividenduitkeringen door kleine vennootschappen worden geharmoniseerd.

Het VVPR-bis regime – van toepassing op dividendenuitkeringen door kleine vennootschappen aan aandelen verworven door inbrengen in geld sinds 01/07/2013 – voorziet in verlaagde tarieven roerende voorheffing. Het in de praktijk weinig toegepaste tarief van 20%, dat van toepassing is bij een winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van inbreng wordt geschrapt voor inbrengen vanaf 2026. Het veel belangrijkere tarief van 15%, dat van toepassing is bij een winstverdeling vanaf het derde boekjaar na dat van inbreng, blijft bestaan.

Een ander verlaagd tarief voor dividenduitkeringen door kleine vennootschappen kan genoten worden door de aanleg van een zogenaamde liquidatiereserve. Bij aanleg wordt een afzonderlijke aanslag van 10% betaald en na verloop van 5 jaar kan deze reserve uitgekeerd worden mits bijbetaling van een roerende voorheffing van 5%, waardoor de effectieve belastingdruk 13,64% bedraagt.

Zowel het tarief als de wachttermijn van het regime worden aangepast als volgt:

  • De roerende voorheffing stijgt van 5% tot 6,5%, waardoor de effectieve belastingdruk 15% bedraagt zoals bij VPPR-bis dividenden.
  • De wachttermijn van 5 jaar wordt ingekort naar 3 jaar.

Voor bestaande liquidatiereserves aangelegd tot en met 31/12/2025 kan gekozen worden: ofwel 6,5% na 3 jaar ofwel 5% na 5 jaar. Let hierbij wel op het feit dat het FIFO principe moet gerespecteerd blijven, d.w.z dat de oudst aangelegde reserves geacht worden eerst uitgekeerd te zijn.

Deze wijzigingen treden in werking vanaf publicatie van de Programmawet in het Staatsblad.

De verlaagde tarieven inzake roerende voorheffing voor dividenduitkeringen door kleine vennootschappen worden geharmoniseerd.

Extra DBI-voorwaarde

De DBI-aftrek heeft als doel om dividenden uit belaste winsten geen tweede maal te belasten in hoofde van de moedervennootschap. Om de DBI-aftrek te genieten, voorziet de wet momenteel dat de moedervennootschap een minimale deelneming moet houden van 10% in het kapitaal van de dochter of, als deze drempel niet wordt bereikt, de aandelenparticipatie een aanschaffingswaarde heeft van minstens 2,5 miljoen euro.

Hoewel er was voorzien om te sleutelen aan de 2,5 miljoen grens, blijft deze behouden. Wat wel is gewijzigd is dat voor grote vennootschappen de deelneming van minder dan 10% tevens de aard moet hebben van een financiële vaste activa om in aanmerking te komen voor DBI-aftrek. De DBI-aftrek vergt dus ofwel een deelneming van minstens 10% ofwel, bij kleinere participaties, een deelneming met een aanschaffingswaarde van 2,5 miljoen euro, die voor grote vennootschappen bovendien geboekt staat onder de financiële vaste activa.

Een vennootschap is groot wanneer ze meer dan één van de volgende drie grenzen overschrijdt:

  • 50 werknemers in voltijdse equivalenten
  • €11.250.000 omzet
  • €6.000.000 balanstotaal

De controle van de aard van de deelneming gebeurt op het ogenblik van de toekenning of betaalbaarstelling van de dividenden. Er is bovendien voorzien in een anti-misbruikbepaling inzake wijzigingen van balansdatum sinds 3 februari 2025.

Deze wijziging treedt in werking vanaf aanslagjaar 2026.

Voortaan geldt een extra DBI-voorwaarde voor participaties aangehouden door grote vennootschappen.

Geen belastingverhoging bij eerste overtreding ter goeder trouw

De wet wordt aangepast zodat het expliciet luidt dat er zal worden afgezien van een belastingverhoging bij een eerste te goeder trouw begane overtreding. Bovendien wordt een weerlegbaar vermoeden van goede trouw ingevoerd bij een eerste overtreding.

De fiscus kan echter het tegendeel bewijs door aan te tonen dat :

  • dat de belastingplichtige niet te goeder trouw handelt;
  • dat de belastingplichtige handelt met het opzet om belasting te ontduiken.

Goede trouw wordt overigens niet vermoed in situaties waarin de fiscus een ambtshalve aanslag kan vestigen, zoals onder meer bij niet of laattijdige indiening van de aangifte.

Wanneer vier jaar lang geen inbreuk tegen de belastingwet werd vastgesteld, vervallen eerdere inbreuken en start de belastingplichtige met een propere lei.

Deze maatregel treedt in werking voor aanslagen ingekohierd vanaf publicatie van de Programmawet in het Staatsblad.

Exit taks

Belgische vennootschappen die naar het buitenland emigreren via een zetelverplaatsing, worden momenteel al geacht op het vlak van vennootschapsbelasting vereffend te worden. Hierdoor wordt de werkelijke waarde van het vennootschapsvermogen op de datum van de zetelverplaatsing, verminderd met het gestort kapitaal, behandeld als een uitgekeerd dividend onderworpen aan vennootschapsbelasting.

De Programmawet voert nu ook een exitheffing in op het niveau van de aandeelhouders van de emigrerende vennootschap, door een fictief dividend te belasten bij zetelverplaatsing. Bij gebrek aan een werkelijke dividenduitkering is bronheffing (onder de vorm van roerende voorheffing) niet mogelijk, en moet de aandeelhouder het fictief dividend zelf aangeven.

Om te vermijden dat de aandeelhouder deze verplichting over het hoofd ziet, moet de vennootschap een individuele fiche overmaken aan de aandeelhouders met vermelding van het bedrag van het fictief dividend. Als deze informatieverplichting niet wordt nageleefd, riskeert de vennootschap een afzonderlijke aanslag. Tegen deze exit tax rees al eerder verzet, omdat deze een schending van de vrijheid van vestiging zou inhouden. Ook is het risico op dubbele belasting hoog, wanneer de vennootschap na emigratie naar het buitenland overgaat tot werkelijke dividenduitkering.

De nieuwe fictie van dividenduitkering geldt overigens niet enkel bij een zetelverplaatsing naar het buitenland, maar ook voor reorganisaties, zoals fusies en splitsingen en gelijkgestelde verrichtingen, voor zover deze een overbrenging van bestanddelen van een vennootschap naar het buitenland met zich meebrengen welke niet meer in België worden aangewend of behouden in een Belgische inrichting.

De exit taks is van toepassing op zetelverplaatsingen en reorganisaties die plaatsvinden vanaf de publicatiedatum van de Programmawet in het Belgisch Staatsblad.

Taks op de effectenrekeningen

De jaarlijkse taks op de effectenrekeningen met een gemiddelde waarde van meer dan 1 miljoen euro bedraagt 0,15% en werd ingevoerd in februari 2021.

Om deze effectentaks wat kracht bij te zetten wordt de anti-misbruikbepaling aangescherpt om te vermijden dat belastingplichtigen deze taks ontlopen door hun rekeningen te splitsen of over te dragen. Samengevat komt de nieuwe bepaling erop neer dat een “omzetting” in niet op een effectenrekening ingeschreven effecten en een “overdracht” van een deel van belastbare effecten naar een andere effectenrekening met dezelfde (mede)titularis niet tegenwerpelijk zijn aan de fiscus, behalve als de titularis bewijst dat deze transacties hoofdzakelijk verantwoord zijn door een ander motief dan het ontwijken van de taks.

Deze wijziging treedt in werking vanaf publicatie van de Programmawet in het Staatsblad.

Verder dient de Belgische tussenpersoon of de aansprakelijke vertegenwoordiger zulke omzetting of overdracht tijdig te melden aan de fiscus. Deze meldingsplicht moet uiterlijk tegen 31 december 2025 voor de eerste maal worden nageleefd.

De essentie:

  • De Programmawet, die een selectie van de aangekondigde fiscale maatregelen uit het Paasakkoord omvat, is goedgekeurd in de Kamer.
  • Het merendeel van deze wijzigingen treedt in werking bij publicatie in het Belgische Staatsblad.
Marc De Munter

Marc De Munter

Tax Partner

placeholder-auteur

Janke Tierens

Tax Manager

Neem vandaag de eerste stap naar groei.

Onze financiële experten staan klaar om uw onderneming te begeleiden in een veranderende wereld. Wij zorgen voor oplossingen die werken, nu én in de toekomst.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikels