Recht op btw-aftrek na de vervaltermijn: circulaire licht toepassingsgebied van Biosafe-arrest in België toe
De Belgische btw-administratie publiceerde recent een circulaire die de gevolgen van het Europese Biosafe-arrest (Hof van Justitie - zaak C-8/17 van 12 april 2018, Biosafe) toelicht in de Belgische praktijk (Circulaire 2025/C/23 van 28 april 2025). Deze circulaire verduidelijkt in welke gevallen een belastingplichtige zijn recht op btw-aftrek alsnog kan uitoefenen na het verstrijken van de standaard vervaltermijn en licht toe welke (strenge) modaliteiten hierbij nageleefd moeten worden.
Algemene principes van de vervaltermijn op het recht op btw-aftrek
Het recht op btw-aftrek ontstaat op het ogenblik dat de btw opeisbaar wordt en wordt in principe onmiddellijk uitgeoefend (namelijk in hetzelfde aangiftetijdvak als dat waarin het recht op btw-aftrek is ontstaan).
Op basis van de Europese btw-richtlijn kunnen lidstaten hiervan afwijken. België doet dit door te stellen dat het recht op btw-aftrek kan worden uitgeoefend in een periodieke btw-aangifte die werd ingediend vóór het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op dat waarin de aftrekbare btw opeisbaar is geworden.
Uitzondering op deze regel: het Biosafe-arrest
In het Biosafe-arrest oordeelde het Hof van Justitie dat, wanneer een leverancier jaren na datum een verbeterend stuk uitreikt en dit leidt tot een extra btw-bedrag dat oorspronkelijk niet werd aangerekend, de afnemer toch recht op btw-aftrek kan uitoefenen van die bijkomende aangerekende btw, zelfs als de standaard vervaltermijn verstreken zou zijn.
Het Hof van Justitie oordeelde in het Biosafe-arrest dat btw-aftrek ook na de standaard vervaltermijn mogelijk is in uitzonderlijke gevallen.
Toepassing van het Biosafe-arrest in de Belgische praktijk
In Circulaire 2025/C/23 worden de volgende voorwaarden opgelegd waardoor de belastingplichtige afnemer alsnog het recht op btw-aftrek zou kunnen uitoefenen na het verstrijken van de vervaltermijn:
- Er is een verbeterend stuk uitgereikt door de leverancier of dienstverrichter waarin een extra btw-bedrag wordt aangerekend dat op de oorspronkelijke factuur niet vermeld stond (bijvoorbeeld omwille van het initieel onterecht toepassen van een verlaagd btw-tarief).
- De materiële en formele voorwaarden voor het uitoefenen van het recht op btw-aftrek zijn pas vervuld op het ogenblik dat de correctie wordt doorgevoerd. Concreet betekent dit dat de afnemer de btw pas kan aftrekken vanaf het moment dat hij het verbeterend stuk ontvangt, ook al is de normale vervaltermijn voor btw-aftrek intussen verstreken.
- De afnemer kon objectief gezien zijn recht op btw-aftrek niet eerder uitoefenen, omdat de afnemer het verbeterend stuk niet vóór het verstrijken van de vervaltermijn ontvangen had. Hierbij geldt wel dat de afnemer geen onzorgvuldig gedrag mag hebben vertoond (zoals niets doen terwijl hij wist of had moeten weten dat een extra bedrag aan btw verschuldigd was).
- Er mag geen sprake zijn van fraude, misbruik of samenspanning tussen leverancier en afnemer.
- Het risico op niet-betaling van de extra btw door de leverancier of dienstverrichter moet uitgesloten zijn. Dit houdt in dat de leverancier de bijkomende btw daadwerkelijk heeft afgedragen aan de Schatkist. Hoewel de afnemer dat niet zelf hoeft te controleren op het moment van aftrek, kan de fiscus achteraf wel ingrijpen als blijkt dat die betaling niet is gebeurd.
Vanzelfsprekend beperkt de werking van het Biosafe-arrest zich tot het extra btw-bedrag dat voordien ten onrechte nog niet was aangerekend. Ten aanzien van de initieel aangerekende btw blijft de standaard vervaltermijn van toepassing. Met andere woorden: als de afnemer zijn recht op btw-aftrek ten belope van de initieel aangerekende btw niet heeft uitgeoefend binnen de standaard vervaltermijn, verliest de afnemer onherroepelijk zijn recht op btw-aftrek op de initieel aangerekende btw.
Circulaire 2025/C/23 legt duidelijke (strenge) voorwaarden en modaliteiten op voor het alsnog uitoefenen van het recht op btw-aftrek na de vervaltermijn.
Termijn en modaliteiten
Wordt aan bovenstaande voorwaarden voldaan? Dan kan het recht op btw-aftrek door de afnemer na het verstrijken van de vervaltermijn slechts worden uitgeoefend in de maand- of kwartaal-btw-aangifte die betrekking heeft op het tijdvak waarin het verbeterend stuk wordt uitgereikt aan de afnemer. Als de afnemer dit nalaat, vermeldt de circulaire uitdrukkelijk dat de afnemer geen toepassing meer kan maken van de mogelijkheid tot btw-aftrek op basis van het Biosafe-arrest (omwille van het feit dat de afnemer zich niet bevond in de objectieve onmogelijkheid om het recht op btw-aftrek uit te oefenen).
De belastingplichtige afnemer die het recht op btw-aftrek uitoefent op basis van deze circulaire, moet de btw-administratie hierover schriftelijk informeren door de volgende gegevens in het vak ‘Commentaar’ van de elektronische btw-aangifte op te nemen:
- Het bedrag waarvoor de afnemer de bijkomende btw-aftrek verricht;
- Het nummer van het verbeterend stuk, of – bij annulatie van de oorspronkelijke factuur – het nummer van de creditnota en het nummer van de nieuw uitgereikte factuur;
- De vermelding ‘Toepassing van de Circulaire nr. 2025/C/23 van 28.04.2025’).
Conclusie
Deze circulaire biedt belastingplichtigen de mogelijkheid om in specifieke gevallen waarin objectief gezien de btw niet eerder kon afgetrokken worden, het recht op btw-aftrek alsnog uitgeoefend kan worden, zelfs nadat de standaard ververvaltermijn is verstreken. Wees wel waakzaam, want uit de circulaire blijkt dat de Belgische Btw-administratie deze rechtspraak zeer strikt interpreteert.
Twijfelt u of uw onderneming in aanmerking komt om haar recht op btw-aftrek alsnog uit te oefenen na het verstrijken van de standaard vervaltermijn? Neem dan zeker contact op met uw dossierbeheerder.







